De kranten stonden er in september bol van: voortaan hebben kinderen met leermoeilijkheden in het basisonderwijs recht op ‘redelijke aanpassingen’, zodat er minder snel kinderen naar het buitengewoon onderwijs moeten gaan. Dat betekent wel dat de basisschool zich daaraan moet aanpassen. De overheid wil immers garanderen dat de kinderen ‘een zorgzaam onderwijsproces’ krijgen. De school moet daarom samenwerken met interne en externe begeleiders, ouders en leerlingen.

Qworzó heeft een traditie van een goede zorgwerking die al helemaal aansluit bij de visie van het M-decreet. Aan de basis voor alle kinderen ligt kwaliteitsvol onderwijs: daar zorgen onze leerkrachten voor.

Op zoek naar redelijke aanpassingen in de klas

Als die basis voor sommige kinderen niet volstaat, bieden we hen in de klas extra ondersteuning. Onze leerkrachten stemmen dan hun lessen af op de specifieke behoeften van deze leerlingen. Daarvoor gaan ze op zoek naar redelijke aanpassingen in de klas. Ze worden daarbij ondersteund door ons zorgteam. Samen selecteren ze maatregelen: remediërende, differentiërende, compenserende of dispenserende maatregelen. Ze proberen die uit en sturen die zo nodig bij.

Die verhoogde zorg verloopt bij ons gewoon in de klas, zodat de kinderen het contact met de klasgroep niet verliezen. Het doel blijft zoals bij de andere kinderen om de leerplandoelen te bereiken en zo een getuigschrift te behalen of om een vervolgopleiding te kunnen aanvatten.

Uitbreiding van zorg

Voor een aantal kinderen vragen we ondersteuning van het CLB. Dan start een proces op van handelingsgericht diagnostiek (HGD). Het CLB analyseert de precieze onderwijs- en opvoedingsbehoeften van het kind, de ondersteuningsbehoeften van de leerkrachten en ouders. Het CLB geeft dan advies om het onderwijs- en opvoedingsaanbod nog beter af te stemmen op de zorgvraag van de leerling. Het CLB bepaalt samen met de school en de ouders welke middelen, hulp of expertise bijkomend ingezet kunnen worden.

Individueel aangepast curriculum

Soms is het niet haalbaar voor de school om een kind te geven wat het nodig heeft om de gemeenschappelijke leerplandoelen te behalen. Dan maakt het CLB, samen met de school en de ouders een verslag op over de leerling. Op basis van dat verslag krijgt de leerling een individueel aangepast traject aangeboden of wordt het kind doorverwezen naar het buitengewoon onderwijs.

Een dagje meedraaien met een zorgcoördinator

Het M-decreet zit volgestouwd met dure woorden. Om u een beeld te geven waarover zo’n zorginterventies kunnen gaan, laten we u een dagje meelopen met onze zorgcoördinatoren juf Berbe, juf Lieselot en meester Ive. Met deze opsomming zijn we helemaal niet volledig, maar het maakt de zorg wat levensechter. Wat doen ze zoal?

  • Een mail beantwoorden van een bezorgde ouder. Die gaat bijvoorbeeld over een kind dat niet meer graag naar school komt omdat er tijdens de speeltijd niemand met haar wil spelen.
    Met de klasleerkracht gaat de zorgjuf de mail even bespreken en samen zoeken ze naar oplossingen. Zo zijn er bijvoorbeeld kinderen die een speeltijdkaart hebben die ze dagelijks met hun juf of meester bespreken.
  • In een klas een taalspel spelen dat veel spreekkansen biedt aan een anderstalig kind.
  • Het boekje dat de juf al eens voorlas, nog eens een keertje met enkele kinderen apart opnieuw lezen. Sommige kinderen pikken immers niet alles vanaf de eerste keer mee op. Sommige kinderen hebben meer uitleg nodig om een verhaal te begrijpen.
  • Gaan helpen in een rekengroep. Vier kinderen die tijdens een toets metend rekenen nog veel fouten maakten rond de inhoudsmaten, gaan met de juf terug potjes vullen met water. Sommige kinderen hebben meer tijd nodig om met het concrete materiaal te werken voordat ze gaan schematiseren of abstracte oefeningen kunnen maken.
  • Overleg coördineren met de parallellcollega’s . Tijdens dat overleg worden zorgplannen en handelingsplannen overlopen, bijgestuurd en zoeken de collega’s samen naar een goed zorgaanbod voor die kinderen die dat nodig hebben.
  • Een gesprek over het kind voeren met ouders, CLB, klastitularis, directie en een logopedist.
  • Het overleggen met het zorgteam over het actualiseren van de inhoud van het zorgplan en hoe we dit op de personeelsvergadering brengen.
  • Het zoeken van pictogrammen om voor een kind meer structuur in de klasorganisatie te brengen.
  • Samen met een kind praten over wat het nodig heeft om niet te veel afgeleid te worden en beter geconcentreerd te kunnen werken. Dat zou kunnen leiden tot het inrichten van een prikkelarm hoekje in de klas.
  • Een leestoets afnemen.
  • Het invullen van toetsresultaten in het leerlingenvolgsysteem.
  • Overleggen met ondersteuner van het ondersteuningsnetwerk hoe de week van de leerling met de specifieke noden verliep.
  • Een leerkracht erop wijzen dat de bevraging naar het welbevinden moet afgenomen worden .

Zo brengen we het M-decreet dagelijks in praktijk. We worstelden even met het bestuderen van de nieuwe maatregelen, maar we kunnen met een gerust hart zeggen dat we ze nu in onze vingers hebben en ze helemaal in de geest van het decreet toepassen.